Het is de zesde verjaardag van de aanslagen in New York en wij zitten in Amsterdam. “Sebiet ontploffen wij hierâ€, zegt Jan. Ik kijk hem geschrokken aan en stop met wandelen: “Hoezo?â€. Hij draait zich om en grijnst. “Awel, de hollanders doen toch mee met Amerika? ‘t Is hier een doelwit voor terroristen…†Zijn woorden waren nog niet koud of er klinkt een diep gerommel. Iedereen kijkt om zich heen. “Lap, daar zal je het al hebbenâ€, denk ik, maar dan komt een tram om het hoekje. “Amaai die maken een herrieâ€, roep ik opgelucht.
De stad Amsterdam is vergeven van die kleine paaltjes. Het zijn Amsterdammertjes en die moeten er voor zorgen dan er niet zomaar overal geparkeerd kan worden. Ze zien er uit als een fallus en er bestaan talloze grapjes over. Hoewel ik ze wel leuk vind, zijn de Amsterdammers zelf niet zo gesteld op hun Amsterdammetjes. Ze worden sinds vorig jaar stuk voor stuk verwijderd uit het straatbeeld. Een nieuw en beter parkeerbeleid komt in de plaats.
Soms wordt het duidelijk waarom de paaltjes wegmoeten. Velen staan scheef en er wordt ons zelfs gedemonstreerd hoe dat is gekomen.
Heb ik dat echt gezegd? 😉
🙂 niet letterlijk, maar bovenstaande is wel zonder betekeniswijziging 😀
Haha jama ik geloof u wel ze… ik neem aan da gij beter onthoudt wat ik gezegd heb dan ik me zelf kan herinneren :p